Genieten (en Garen) op Gili en Bakken op Bali

Uiteindelijk zijn we vier nachten op Gili Air gebleven in plaats van de twee die we oorspronkelijk hadden gepland, en ik had makkeljk nog een tijdje langer kunnen blijven. Ik wil jullie niet jaloers maken (in ieder geval niet TE jaloers, haha) dus ik zal het kort houden. Elke ochtend begonnen we met een heerlijk warm ontbijt (banana pancake of toast met gebakken ei) geserveerd op ons terras door de eigenaar van onze homestay. Daarna liepen we op ons dooie gemakje door het dorp richting het strand waar we de tijd doorbrachten met zwemmen, lezen en gewoon ordinair luieren in de zon. In de avond aten we delicious local food bij een strandtent of bij een van de goedkope warungs in het dorp. HEERLIJK.

Op een van de eerste dagen wilden we toch iets actiefs doen en hebben we dus nog een dagje gesnorkeld. In de ochtend kregen we eerst een masker en flippers aangemeten en vervolgens werden we opgehaald met een glass bottom boat. Op vier verschillende plekken rondom de drie Gili-eilanden mochten we het water in om een poosje rond te snorkelen. We hebben koraal gezien in alle kleuren van de regenboog en allerlei mooie en felgekleurde tropische visjes in alle soorten en maten, maar de zeeschildpadden waren toch wel het absolute hoogtepunt. We konden heel dichtbij komen en ze waren helemaal niet bang voor mensen - ze zwommen doodleuk en compleet stoicijns tussen iedereen door naar het wateroppervlak om adem te halen. Er waren ook echt hele grote schildpadden bij met een lengte van meer dan een meter. Echt heel bijzonder om te zien!

Vanaf Gili Air gaat elke dag een snelle boot waarmee je in ruim anderhalf uur de Straat Lombok oversteekt naar Padang Bai op buureiland Bali. Onze eerste stop op Bali was het dorpje Ubud in het binnenland. We sliepen hier bij een hele lieve vrouw die ons elke dag een ander ontbijt voorschotelde met Balinese lekkernijen, bijvoorbeeld kleine roze rijstcakejes en groene pannekoekjes gevuld met rietsuiker en kokos. In Ubud hebben ze een leuke markt waar je naar hartenlust kunt oefenen met afdingen (onze beste prestaties waren van 150.000 naar 30.000 en van 50.000 naar 10.000), een oud paleis en heel veel leuke kleine winkeltjes en mooie gebouwen. Er hangt in het hele dorp een supergezellige sfeer waardoor het ook al heel leuk is om er gewoon een rondje te lopen. Het beroemde monkey forest hebben we toch maar overgeslagen - van brutale apen hebben we inmiddels al meer dan genoeg gezien, zeker nadat we ook hier weer een makaak zagen die een heldhaftige poging deed om een toerist van haar portemonnee te ontdoen.

In de directe en iets minder directe omgeving van Ubud zijn ook heel veel mooie dingen te zien. Om overal te komen, is het het handigst en het voordeligst om mee te gaan met een tour. Op de eerste dag zijn we zo bij drie verschillende Hindoeistische tempels geweest: de Goa Gajah of Elephant Cave Temple, de Tirta Empul of Holy Spring Temple en de Gunung Kawi of Rocky Temple. Ook hebben we een rondleiding gehad over een van de vele koffie- en specerijenplantages van Bali waarna we ook nog allerlei soorten koffie en thee mochten proeven. Als laatste stopten we op twee plekken met prachtige uitzichten: allereerst over de Baturvulkaan en het gelijknamige meer (in ons geval dichte mist), en vervolgens over de rijstterassen (in ons geval stromende regen). Dat was dus geen enorm succes, maar verder was het een hele leuke dag!

De tweede tour ging langs de Royal Family Temple, een tweede koffie- en specerijenplantage en de Ulun Danu Bratan Tempel. Deze laatste tempel ligt heel mooi aan de rand van een van de grootste meren van het eiland en het ruikt er heerlijk naar wierook. Vervolgens reden we verder naar de Gitgit waterval waar het water van twee kanten komt. Op de terugweg namen we per ongeluk de iets meer toeristische route waardoor we een paar kilometer verder uitkwamen dan de chauffeur van onze auto. Gelukkig was een van de locals zo vriendelijk om onze groepsgenoot achterop de brommer mee te nemen zodat hij de chauffeur kon vragen om ons tegemoet te komen. Dat scheelde een heel stuk lopen! Via het zwarte zandstrand van Lovina Beach in het noorden van Bali reden we vervolgens door naar de hot springs om te zwemmen, en daarna naar een uitzichtpunt over twee buurmeren (dit keer konden we gelukkig wel iets zien).

Vandaag zijn we doorgereisd van Ubud naar Kuta in het zuiden van Bali. We hebben lekker bij Kuta Beach op het strand gezeten en hebben wat in de stad rondgekeken. Nog maar een paar dagen te gaan!! Echt een gek idee.