8 april 2015
|
Door:
Lisa
Aantal keer bekeken
198
Aantal reacties
Soerabaja,
Indonesië
a
A
Janken en Juichen op Java
Van Singapore vlogen we door naar de stad Bandung in het westen van Java. De overgang had bijna niet groter kunnen zijn. Van de brandende zon landden we in de stromende regen, en van de strakke organisatie kwamen we terecht in de totale chaos. Overal maniakale chauffeurs en jakkerende brommers met minstens drie mensen teveel, overal illegaal geparkeerde marktkraampjes en schreeuwende koopmannen en overal mensen die ons volkomen ongegeneerd en soms letterlijk met open mond nastaren. Welkom op Java!
In Bandung bleven we maar een nacht, maar voor de volgende ochtend hadden we wel een tour gepland naar het gebied ten zuiden van de stad. Eerst gingen we naar de Kawa Putih (letterlijk Witte Krater), een mooi en doordringend naar zwavel ruikend kratermeer waar we minstens acht keer zijn gevraagd of we met verschillende mensen op de foto wilden. Daarna reden we door een gebied met prachtige "Wie is de Mol?" theeplantages. Ik heb voor de zekerheid nog even gekeken of er misschien briefjes met geldbedragen in de theeplanten hingen, maar helaas was dat niet het geval. Onze laatste stop was bij enkele natuurlijke hot springs die alleen te bereiken zijn via een smal en vrij steil omhoog lopend zandpaadje. Vanzelfsprekend kwamen we ook op dit pad weer minstens vijf op alarmerend nonchalante wijze bestuurde brommers tegen. De lokale bevolking komt regelmatig naar de hot springs om in het aangename warme water te baden, en ook hier vormden wij bijna een nog grotere attractie dan de bronnen zelf. Ik denk niet dat ik daar ooit aan zal wennen.
Toen we terug reden richting Bandung, begon het te regenen. En als ik zeg regenen, dan bedoel ik ook echt STORTregenen. Tegen de tijd dat we de binnenstad hadden bereikt, stond er op sommige plekken bijna een halve meter water op straat en stroomden de putten over. Blijkbaar krijgen we nog net een staartje van het regenseizoen mee. Delightful!
Halverwege de middag werden we afgezet bij het treinstation. We hadden onze "bisnis kelas" kaartjes (hardop uitspreken) de dag ervoor al geboekt en na een treinreis van 9 uur kwamen we vlak na middernacht aan in Yogjakarta. Vanuit de straat voor ons hotel konden we de zeer actieve Merapi vulkaan zien liggen. De eerste dag hebben we behalve uitslapen en een beetje rondkijken in de directe omgeving niet zo heel veel gedaan. Ook wel eens lekker!
De volgende dag was het Eerste Paasdag en haddden we wel een tour geregeld. In de ochtend hebben we een rondje gemaakt langs de belangrijkste attracties van de stad Yojakarta. We begonnen bij het Kraton, het paleis van de sultan. Hier kregen we een rondleiding van een lokale gids die ons van alles heeft verteld over het gebouw zelf en over de koninklijke familie. Ze vond het heel leuk om te horen dat we uit Nederland kwamen, en vanaf dat moment benadrukte ze steeds alle Nederlandse invloeden die in de rondleiding voorbij kwamen. De huidige sultan, die door de gids steeds "nummer 10" werd genoemd, woont nog steeds in een voor het publiek gesloten deel van het paleis met zijn gezin. Hij heeft 'slechts' 1 vrouw en 5 dochters en aangezien vrouwen hier niet in aanmerking komen voor de troon, zal de troonopvolging via zijn broer gaan. Tijdens de rondleiding vond ik het vooral heel bijzonder om te horen met hoeveel respect er over de sultan gesproken werd. Hij kan echt niets verkeerd doen. Dat zie ik in Nederland toch niet zo snel gebeuren!
Na het Kraton reden we door naar de Taman Sari ofwel het Waterkasteel. Vroeger was dit waarschijnlijk een veel uitgebreider complex met onder andere een kunstmatig meer inclusief eiland, maar tegenwoordig zijn eigenlijk alleen de drie grote waterbassins nog over. Deze bassins zijn waarschijnlijk ooit aangelegd als luxe zwembaden voor de sultan en zijn familie, maar zo worden ze nu niet meer gebruikt.
Onze volgende stop was bij de vogelmarkt van Yogjakarta. Ondanks de naam werden hier niet alleen allerlei vreemde en minder vreemde vogels verkocht (waaronder raven, geverfde kuikens en zelfs uilen). Er was namelijk ook een uitgebreide collectie aan andere dieren te bewonderen. Voorbeelden van dieren die we op de markt hebben gezien zijn slangen, vleermuizen, schildpadden, otters en eekhoorntjes, maar ook honden en katten in veel te kleine kooitjes en vaak zelfs zonder water of schaduw. Echt heel zielig! Ik zou ze eigenlijk allemaal willen meenemen, maar dat lost uiteindelijk ook niets op (en ze passen ook niet in mijn backpack maar dat terzijde). Moeilijk wel.
Via een zilversmederij en een batikwerkplaats gingen we verder naar de Prambanantempel. Dit Hindoeistische tempelcomplex is een van de grootste ter wereld en staat ook bekend als een van de mooiste. De tempels zijn waarschijnlijk gebouwd in de 8e of 9e eeuw na Christus. Vroeger stonden er meer dan tweehonderd tempels op het complex, maar na diverse aardbevingen en vulkaanuitbarstingen en het verstrijken van de tijd zijn er inmiddels nog maar acht over. Het complex heeft zelfs eeuwenlang bedolven gelegen onder een dikke laag as en aarde en is zo gedurende lange tijd in de vergetelheid geraakt. Drie van de tegenwoordig overgebleven tempels zijn gewijd aan de belangrijkste goden binnen het Hindoeisme: Brahma, Shiva en Vishnu. In deze tempels staan ook nog enkele godenbeelden.
De volgende dag hadden we een relaxdag gepland. Naast ons hotel zat namelijk toevallig een spa (wanita sahaja - ladies only) en dat was natuurlijk een uitgelezen kans. De meest interessante behandeling die ze hadden was de typisch Javaanse lulur. Dit is een scrub met een saffraangele pasta die heerlijk zonnig en bloemig ruikt. Vroeger was het ondergaan van een lulur alleen weggelegd voor de koninklijke familie, maar tegenwoordig mag ook het plebs ervan genieten. Heel fijn!!
Onze laatste dag in Yogjakarta begonnen we met een bezoek aan de Borobudur. Deze Boeddhistische tempel is eveneens een van de grootste ter wereld en is net als de Prambanantempel lange tijd bedekt geweest met een dikke laag as. Inmiddels is het echter een van de meest bekende tempels ter wereld en een van de grootste attracties van Indonesie. En terecht! Om te beginnen is de ligging echt supermooi en heb je een weids uitzicht over de jungle met de in de verte een paar vulkanen. Daarnaast is de tempel zelf ook prachtig. Hij is enorm groot en bestaat uit meerdere lagen. Op elke laag kan je een rondje om te de tempel maken, en werkelijk elk stukje muur is versierd met reliefs. Bovenop de tempel staan grote stoepa's met beelden van Buddha. Echt mooi!
In de middag zijn we naar het Diengplateau geweest, een hoogvlakte op ongeveer 2300 meter boven zeeniveau. Om er te komen rijd je een paar uur omhoog door een gebied vol rijstvelden en typisch Indonesische dorpjes waar zowel de kinderen als de levende have over straat rennen en waar je zomaar 20 minuten achter een koe op een oplegger kan rijden. Op het Diengplateau zelf ligt de temperatuur rond de 18-19 graden. Er staan hier meerdere kleine Hindoeistische tempels verspreid door het landschap. Ook is er een krater waarin je het hete water continu kan zien opborrelen, als de enorme zwavelwolken tenminste voldoende optrekken. Onze laatste stop was bij het Colour Lake, een lichtblauw gekleurd meer waar je omheen kon lopen door een mooi natuurgebied. Volgens mij zag ik hier zelfs af en toe een naaldboom staan. Had ik niet gedacht!
Inmiddels hebben we de trein genomen richting Surabaya in het oosten van Java. Over een paar dagen vliegen we door naar het volgende eiland. De tijd gaat snel!!
Tags: java, bandung, yogjakarta, prambanan, borobudur